Je hebt er vast wel eens van gehoord: intermittent fasting. Dit is een van de nieuwste ‘trends’ op het gebied van een gezonde levensstijl, waarbij je periodes van eten afwisselt met periodes van vasten. Veel mensen gebruiken deze techniek om gewicht te verliezen, maar intermittent fasting schijnt ook te helpen bij het herstellen van lichaamscellen, het verminderen op de kans van diabetes, kanker en alzheimer, het ondersteunen van de hersenfunctie en het vertragen van veroudering. Heel veel voordelen dus! Maar hoe werkt zo’n routine eigenlijk precies.

Geen dieet

Intermittent fasting is dus geen dieet, er wordt niet voorgeschreven wat en hoeveel je precies mag eten, maar een schema dat bepaalt wanneer je eet en hoe lang je niet eet. Voor veel mensen is het daarom makkelijker vol te houden dan een dieet. Intermittent fasting kan op verschillende manieren. Dat betekent dat er verschillende ‘eetschema’s’ bestaan. Veel mensen gebruiken een 16/ 8 schema, waarbij ze 8 uur, vaak tussen 12:00 uur ‘s middags en 20:00 uur ‘s avonds gewoon eten en de overige 16 uur vasten. Het is ook mogelijk om op bepaalde dagen 24 uur lang te vasten, bijvoorbeeld in combinatie met afslankdruppels.

De voor-en nadelen van intermittent fasting

Er zijn mensen die zweren bij de methode van intermittent fasting en voor wie de (gezondheids)voordelen heel duidelijk zijn. Omdat je geen voedsel waren uitsluit met deze methode, is het over het algemeen makkelijker om vol te houden, zeker als je ’s ochtends sowieso geen grote eter bent. Ook is het voor sommige mensen fijn om een vaste routine te hebben met eten en om op gezette tijden een maaltijd te nuttigen. Anderen zijn minder positief over de methode. Zij wijzen bijvoorbeeld op het gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing voor het veronderstelde succes van intermittent fasting. Ook beweren tegenstanders dat de methode niet goed samengaat met een strak sportschema. In beide perspectieven zal een kern van waarheid zitten. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om wat voor jou het beste werkt.